Via de Gevonden Gedichten ben ik in een nieuwe verslaving gedoken: Gevonden Zeemeerminnen.
Dat komt zo: ik was slingers aan het maken. Verjaardag slingers van oude boeken. Prachtige oude boeken, namelijk een ouderwetse jeugdencyclopedie, gekregen van mijn vriendin Yvonne die dacht dat ik daar wel wat mee kon. Goed gedacht!
Ik snijd vierkanten uit voor de slingers en probeer NIET naar de inhoud te kijken. Ik herhaal: NIET kijken! Want anders zie ik daar ook weer wat in en dwaal ik af… En ik wil dus slingers maken, om te verkopen op de Knotsgekke kaarten- en scrapdagen eind augustus.
Maar er blijft snij-afval over. Een hele stapel rechthoekjes. Daar mag ik wel even naar kijken, toch? Als beloning voor de gedane arbeid. Ik kijk en ik zie onder meer prachtige vissen.
Het wordt me te veel en ik pak ter ontspanning een tijdschrift: de Linda. Eerst lezen (lang niet alle tijdschriften ondergaan deze fase bij mij) en dan nogmaals doorbladeren op zoek naar een bladzijde voor een Gevonden Gedicht. Maar die foto van die grote garnaal is wel erg lekker. Ook veel intrigerende strandfoto’s trouwens. En prachtige badmode fotografie. En opeens zie ik overal zeemeerminnen!
Sorry, ik kan er niks aan doen. De diagnose werd me deze week op Twitter gesteld door een verhalenman uit Deventer: chronisch creatief. Of zal ik iemand anders de schuld geven? Dan geef ik het graag aan Monique, die me vertelde dat ze met een gaaf Mermaids project bezig is.
Maak ik meteen van de gelegenheid gebruik om het citaat van Floortje Dessing aan te pakken. Want ook zeemeerminnen kunnen goede moeders zijn.
Het valt alleen nog niet mee om een goede staart te vinden voor Peter Blok…