In wat voor boek kun je goed boekselen?
‘In ieder boek’ is het kortste antwoord.
Of: ‘Dat weet ik niet. Neem een boek en probeer het zelf uit!’
Het derde, en langere antwoord lees je in de rest van deze blog ????
Het is een van de meest gestelde vragen, en tegelijkertijd de vraag waar ik het minst goed antwoord op kan geven. Er zijn namelijk zo veel verschillende soorten boeken, en overal kun je wel in boekselen. De mogelijkheden verschillen alleen van boek tot boek. En of die mogelijkheden bij je passen, verschilt dan weer van mens tot mens.
Rijke woordenschat
Als je mooie woorden wil vinden om nieuwe teksten mee te maken, dan helpt het als je boek een aangename inhoud heeft. Je kunt je voorstellen dat je wat minder ‘moois’ vindt in een boek over oorlog of in een thriller, of in een studieboek. Een boek waarin een rijke woordenschat wordt toegepast is fijn. Een ouderwets boek of een boek dat uit een andere taal (en cultuur) is vertaald bevat soms originele, ongebruikelijke woorden die extra mogelijkheden bieden.
Je favoriete boek
Sommige mensen boekselen met veel plezier in hun lievelingsboek, waarvan ze dan wellicht een extra exemplaar hebben gekocht voor het boekselen. Anderen hebben moeite om in een favoriet boek nieuwe dingen te vinden, omdat ze de oorspronkelijke betekenis niet goed los kunnen laten. Maar je kunt natuurlijk ook een soort samenvatting van het boek maken door te boekselen. En soms begin je in een oninteressant boek en ontdek je tijdens het boekselen dat het toch heel boeiend is.
Een boek dat fijn voelt
Ik ben inmiddels zo ervaren dat ik in iedere tekst wel iets kan vinden, dus voor mijzelf is het niet zo erg belangrijk wat voor boek het is. Bovendien heb ik meerdere boekselboeken waardoor kan ik kiezen welk boek het beste past bij mijn behoefte van dat moment. Maar ik kan me wel heel goed voorstellen dat het fijn is om in een boek te werken dat plezierig aanvoelt. Bijvoorbeeld met een linnen kaft of een mooie titel, en een plezierige inhoud.
Tekst die niet belangrijk is
Je kunt natuurlijk ook boekselen zonder iets met de tekst te doen. Grappig voorbeeld: ik liet aan een cursist het Boekenweekgeschenk zien waarin ik met veel plezier werk. De cursist probeerde het ook, maar ze vond het helemaal niks. Ze kon niet zo veel met de tekst. Ik had daar geen last van… want ik gebruik dat boek alleen voor variaties op de opdracht ‘Boekselen met o-tjes’. Dat is een opdracht die je in mijn boek ‘Uitgelezen’ vindt en die ik ook in al mijn lezingen en basisworkshops gebruik. Die opdracht is namelijk heel veelzijdig en ik vind het leuk om de mogelijkheden in één boekje te verzamelen. Daardoor heb ik dus geen last van een eventueel onaantrekkelijke tekst!
Je behoefte aan ruimte
Ook lettertype, lettergrootte en regelafstand hebben invloed op het boekselen. Als je net als ik graag witte paadjes tussen de woorden en zinnen door tekent, is het fijn als de tekst niet priegelig klein is. Een grootletterboek of een kinderboek is dan beter te doen.
Papier dat doordrukt
En dan over het papier. Er zijn enorm veel soorten boeken, soorten papier en manieren van inbinden. Soms is het papier vergeeld, soms zelfs kruimelig van ouderdom. Soms dik, soms heel dun. Soms drukken pennen en stiften erg door en soms helemaal niet. De dikte van het papier is overigens geen goede voorspeller voor doordrukken of niet. Ik werk nu in een heel oud boekje met dun, glad papier dat tot mijn verrassing helemaal niet doordrukt. En ik heb een ouderwets boek liggen met zeer dik papier waar de inkt recht doorheen lijkt te vallen. Bovendien: is het erg dat je papier doordrukt? Nee, dat hoeft niet zo te zijn. Je kunt je bijvoorbeeld beperken tot de materialen die niet doordrukken, zoals kleurpotlood. Of je kunt de pagina’s voorstrijken met gesso of witte acrylverf. Of je werkt alleen op de rechterpagina’s. Of je omarmt het doordrukeffect en verwerkt dat weer.
Formaat en marges
Zelf vind ik het leuk om in verschillende boeken te werken. Niet alleen vanwege de verschillende inhoud en sfeer, maar ook vanwege de verschillende formaten. Staand, liggend en vierkant. Dun en dik. Boordevol tekst of juist met veel witruimtes en grote marges. Met en zonder afbeeldingen. Fijn voor stiften of juist fijn voor potloden. In ieder boek heb ik voorin een pagina waarop ik test wat het effect is van mijn materiaal. En achterin een pagina om mijn kwasten uit te strijken en lijmresten af te vegen. Daar gebeuren ook vaak boeiende dingen!